Na een stevige aanloop in de laatste maanden van 2023 wisten de aandelenmarkten vrijwel onverstoorbaar een reeks opeenvolgende beursrecords te verbreken. Hoewel de participatie aan de beurshausse stelselmatig op zowel sectoraal als geografisch vlak breder gedragen werd dan vorig jaar, zagen we het aantal sterkhouders evenwel opnieuw vernauwen naar het einde van de jaarhelft toe. In het verlengde van vorig jaar, waren het immers voornamelijk een handvol technologiegiganten die de belangrijkste aandelenindexen katapulteerden naar voorheen onverkende hoogtes. Het sentiment bleef voornamelijk gedreven door de ontwikkelingen en vooruitzichten rond (generatieve) artificiële intelligentie. De Californische AI-chipontwikkelaar NVIDIA gaf daarbij de maatslag aan en hield het tempo hoog door kwartaalresultaten te publiceren die steevast boven de al hooggespannen verwachtingen lagen.
De macro-economische omgeving was nochtans minder gunstig voor groeiaandelen. De leden van de Federal Reserve (FED) temperden immers de verwachtingen over eventueel nakende renteverlagingen, zodat de markt doorheen de eerste jaarhelft zijn verwachtingen voor 2024 bijstelde van zes naar eerder een à twee rentedalingen. De Amerikaanse economie was volgens FED-voorzitter Powell immers voldoende veerkrachtig terwijl het neerwaartse traject van de inflatie nog niet voldoende wist te overtuigen.
Voor de Europese Centrale Bank (ECB) lagen de kaarten anders, met een gunstiger inflatieverloop enerzijds en een meer verzwakte economische activiteit anderzijds. Vandaar dat ECB-voorzitter Lagarde in juni een eerste daling van de beleidsrente aankondigde. Beide centrale banken bleven evenwel een (voorzichtige) data-afhankelijke houding aannemen. De tienjaarsrente op zowel Amerikaanse (4,41%) als Duitse (2,49%) staatsleningen bevond zich op het einde van de eerste jaarhelft dan ook gevoelig hoger dan aan het begin ervan.
De aandelenportefeuilles in discretionair beheer wisten, ondanks de uitdagende marktomstandigheden, een mooi resultaat te realiseren in de eerste jaarhelft van 2024: de portefeuilles haalden een rendement van 8,92% tegenover 12,99% voor de benchmark. Met posities in Alphabet, Microsoft, Amazon en ASML hebben de portefeuilles opnieuw goed kunnen meegenieten van het AI-momentum, al houden we de portefeuilles bewust iets minder geconcentreerd op de grootste technologiebedrijven, waarvan sommigen noteren aan uitzonderlijk hoge waarderingen en daardoor als belegging op lange termijn een hoger risico met zich meedragen. Adobe Systems, dat in 2023 zo’n 77,3% in beurswaarde gestegen was, daalde in het eerste kwartaal aanvankelijk met ongeveer 15,4% nadat het de hooggespannen analistenverwachtingen niet kon inlossen.
Dankzij beter dan verwachte resultaten en de integratie van allerhande AI-oplossingen in zijn softwaresuite tekende het aandeel evenwel opnieuw een mooie herstelbeweging op. De bankaandelen, met name KBC Groep en Bank of America, zagen hun koersen, na het matige beursjaar 2023, opnieuw mooi toenemen, mede dankzij de gestegen rente-inkomsten. Ook de holdings deden het prima. Zo steeg het aandeel van Berkshire Hathaway in de eerste jaarhelft met maar liefst 14,1%, mede dankzij de beursstijging van Apple en de hogere rente-inkomsten op de gigantische cashberg. Exor steeg eveneens met een mooie 8%, voornamelijk vanwege de participaties in Ferrari en Philips. De Belgische holdings Ackermans & Van Haaren en Sofina bleven daarentegen wat achter. Van de posities in het luxesegment wist enkel Moncler nog het hoofd boven water te houden. LVMH verloor ongeveer een vijfde van zijn beurswaarde sinds het hoogtepunt van midden maart en noteerde zo na de eerste jaarhelft met een bescheiden beursverlies. Gezien de aangehouden zwakke prestaties van Gucci-conglomeraat Kering werd besloten om de positie in het aandeel volledig af te bouwen. Ook de goudprijs zocht opnieuw recordhoogtes op, waardoor goudmijnbedrijf Newmont Corporation wat beursherstel wist te realiseren. Het aandeel steeg zo in de eerste jaarhelft met 10,5%. De posities in de gezondheidssector tekenden minder goede prestaties op. Roche en CVS Health werden, na herhaaldelijk teleurstellende rapporten, in het eerste kwartaal al vervangen door UnitedHealth, waarvan we de kwaliteit hoger inschatten. Daarnaast werd het Franse Eurofins Scientific aan het einde van het tweede kwartaal geplaagd door een bekende shorter, waarop het aandeel stevig onderuit schoof. Ook Medtronic bleef wat achter, terwijl Sonova nog nipt in de plus kon eindigen. Consulting bedrijf Accenture (- 13,5%) stond bij de sterkste dalers van de eerste jaarhelft, samen met AB Inbev (- 7,4%) en Union Pacific (- 7,5%).
Daartegenover stonden uitstekende beursprestaties van o.a. Schneider Electric (+ 23,4%), Check Point Software (+ 8%) en Moody’s (+ 7,8%). Verder hielden we vast aan onze strategie om te focussen op kwalitatieve bedrijven met competitieve voordelen. Dat zijn bedrijven die de winst stabiel kunnen houden bij stijgende rente of bij een verzwakking van de economie, bedrijven die hun toekomst zelf in de hand hebben en niet afhankelijk zijn van de grillen van de economie, regelgeving of andere externe factoren. Om de kwaliteit van de portefeuilles verder op te krikken werden, naast de toevoegingen van UnitedHealth, Paychex en Hershey in het eerste kwartaal, ook MSCI en OTIS aangekocht in het tweede kwartaal.
Wat de obligaties betreft blijven we focussen op hoge kwaliteit en relatief korte looptijden waardoor we de obligaties op eindvervaldag opportunistisch kunnen beleggen aan hogere rentevoeten. Op basis van de huidige rentecurve blijven we de voorkeur geven aan kortlopend papier. We profiteren verder ook van het fiscale voordeel van obligaties die aan (of boven) pari werden uitgegeven met een lage coupon.